Kinderen met een gedragsstoornis vertonen langere tijd tegendraads, antisociaal of agressief gedrag richting volwassenen en leeftijdsgenootjes.
We spreken van een gedragsstoornis als kinderen langere tijd negatief gedrag vertonen zonder een duidelijk aanwijsbare reden. Vaak gaat het om tegendraads, antisociaal of agressief gedrag waar de omgeving veel last van heeft. Het kind drukt een zware stempel op het gezin en de klas, en het brengt zichzelf regelmatig in de problemen. Klasgenootjes sluiten het kind vaak buiten, waardoor het zich benadeeld kan voelen. Ook ontstaat er vaak een leerachterstand.
Een gedragsstoornis ontstaat in een wisselwerking tussen aangeboren eigenschappen van het kind en (de reactie daarop van) zijn omgeving. Bepaalde karaktereigenschappen (zoals impulsiviteit of onzekerheid) kunnen worden versterkt door de omstandigheden waaronder een kind leeft (zoals huiselijk geweld). Als beide risicofactoren samenkomen, kan het kind een gedragsstoornis ontwikkelen. Gelukkig is het omgekeerde ook waar: een goede relatie tussen ouder en kind, fijne vriendjes en een school die het kind goed begeleidt, kunnen het ontstaan van een (ernstige) gedragsstoornis voorkomen.
We spreken van een gedragsstoornis als een kind langer dan 6 maanden negatief gedrag laat zien. Denk dan bijvoorbeeld aan liegen en stelen, maar ook aan opzettelijk agressief gedrag (zoals schelden, vechten en vernielen). Als een volwassene het kind hierop aanspreekt, verzet het kind zich. Het luistert niet en trekt zich niets aan van correcties.
Gedragsstoornissen zijn verdeeld in twee categorieën:
Het Centrum Jeugd biedt verschillende, bewezen effectieve behandelmogelijkheden voor storend gedrag, gebrekkige impulsbeheersing en gedragsstoornissen. Het Centrum kan je vertellen welke (combinatie) van behandeling het meest geschikt is en hoe je je hiervoor kunt aanmelden.
Wij geven je hoop! Samen werken we aan behapbare doelen, die (opnieuw) betekenis geven aan je leven en je helpen in je herstel. Zo verandert je psychiatrische kwetsbaarheid van ‘te groot om te overzien’ in ‘klein genoeg om mee te leven’.